Na Berkeldam kreeg ik zin weer iets nieuws te gaan bouwen. Het mooiste compliment over Berkeldam kreeg ik enkele jaren geleden van een kijkster: “Meneer”, zo zei ze, “hier zou ik willen wonen”. Met andere woorden, het zou niet makkelijk worden om met iets nieuws weer dezelfde sfeer te halen.
Een uitdaging was ook om weer een thema te verzinnen. Een Nederlandse omgeving, zoals het had kunnen zijn. De tijdsperiode was eigenlijk al wel snel duidelijk, weer eind van de vijftiger jaren. Het voordeel is dat ik dan het rijdend materiaal grotendeels weer gebruiken kan (je moet immers af en toe op de kleintjes letten). Tevens wilde ik het frame van Berkeldam weer gebruiken, omdat ook de opslagruimte zijn grenzen kent. Maar ook omdat de “kijkdoos” goed bevalt en de sfeer goed weergeeft.
De modellen van de tramfabriek inspireerde mij tot een idee van situaties die we in Nederland, en zeker in mijn woonomgeving (Achterhoek), hebben gekend. Een normaalspoorbaan en op het voorplein van het station smalspoor (o.a. Zutphen, Borculo).
En zo ontstond Berkelo, een denkbeeldige Nederlandse stad aan het eind van de jaren 50. Gelegen aan de rivier de Berkel met een slechte spoor- en wegverbinding naar het achterland. De spoorbrug over de rivier, is, nadat deze in de tweede wereldoorlog is opgeblazen, nog steeds niet hersteld. Omdat de tram via een omweg nog wel verbinding heeft met de verderop gelegen plaatsen, kan deze haar bestaan nog wat rekken. Er vindt daarom een intensief goederenverkeer plaats met overslag van spoor naar tram en andersom.
Ook de passagiers van de trein moeten hier overstappen. Vervoer van tram-passagiers is dan wel overgenomen door de bus, maar vervoer van goederen vindt dus nog plaats.
De fabrieken aan het spoor maken ook nog gebruik van de trein. Verderop in de haven, dit deel is niet zichtbaar, vindt ook overslag plaats op de binnenvaart.
Het aanbod aan Nederlandse gebouwen is in de loop van jaren enorm toegenomen. Het station, daar ben ik mee begonnen, is van Protomodel. Markenburg leverde de goederenloods, en de brug. Maar er zijn ook weer epoxy modellen; Tilly leverde de school en de grote villa. Alasacast o.a. een loods en fabriekspanden. De wegen zijn van CH-Kreativ, een prachtig maar ook robuust materiaal.
De tramrails in de straat heb ik zelf gemaakt. De contrarail is een hoekprofiel dat met de Peco rail werd gecombineerd. Om de 10 tot 15 cm zijn een paar dwarsliggers weggehaald en vervangen door een stukje printplaat waarop zowel rail als hoekprofiel gesoldeerd werden.
De lokjes van het smalspoor komen van de Tramfabriek. De wagens zijn omgespoorde Eggerbahn wagens en (aangepaste) Tillig en Bemo wagens. Ze werden allemaal opnieuw geschilderd.
Ik hou erg van details, zonder te overdrijven, en met knipoog naar de werkelijkheid. Omdat mijn woonplaats aan de Berkel ligt en mijn geboorteplaats Rotterdam is, is al doende de naam Berkeldam ontstaan. De nieuwe naam Berkelo is daarvan weer afgeleid. De school heet St. Gudula, naar de naam van de kerk in mijn, de non staat voor de klas en het stoute jongetje staat zijn straf uit in de hoek. Een tabakswinkel (Hollandscale als basis) is iets wat net als een telefooncel en gashouder, uit het straatbeeld is verdwenen. Er zijn meerdere bewegende figuren van Viessmann op de baan te vinden die altijd veel aandacht trekken. De meeste gebouwen zijn ingericht en verlicht. In de textielfabriek van C.Kous & Z.Sock staan breimachines (foto’s met dank aan internet).
Apart verhaal is de rokende schoorsteen (Faller). Onderin zette ik een rookgenerator (Vollmer), maar wat er ook gebeurde er kwam geen rook uit de schoorsteen. Bij Conrad vond ik een piepklein ventilatortje dat exact paste en die zorgt voor de nodige trek.
Een kleine attractie is ook de overweg; een omgeschilderd Viessman-model met waarschuwingslichten van Modelspoorseinen.
Paul Roodbol
Bekijk de video van deze baan:
https://www.youtube.com/watch?v=dIYesgSFUN0